Kun je vrede maken door militair ingrijpen? - Humanity House
3 oktober 2018

Kun je vrede maken door militair ingrijpen?

Brengt de Veiligheidsraad vrede door militair in te grijpen? Voormalig rechter Koffi Afande is sceptisch. Vaak zijn de landen die ingrijpen zowel de “pyromaan als de brandweerman.”

vfonds Fonds 1818 Ministerie van Buitenlandse Zaken

“Het Westen handelt te vaak vanuit het idee dat vrede bereikt kan worden met militaire interventies. Terwijl dit lang niet altijd het geval is.”

Aan het woord is de Togolees Koffi Afande. Hij was rechter bij de VN tribunalen voor het voormalig Joegoslavië en Rwanda. Ook heeft hij in de Veiligheidsraad gewerkt als Senior Legal Advisor, toen Togo tussen 2012 tot 2014 een tijdelijke zetel bekleedde. Zijn ervaring in de Veiligheidsraad heeft hem sceptisch gemaakt over de effectiviteit van militair ingrijpen. We praten met hem hierover, in aanloop naar zijn deelname aan de Alternatieve Veiligheidsraad: Militair ingrijpen.

Vrede ontstaat niet automatisch

Als een land in conflict is en deze situatie vormt een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid, dan kan de Veiligheidsraad beslissen om een militaire vredesmacht te sturen. Dit om de vrede te herstellen en bewaken. Maar volgens Afande is het niet duidelijk of militaire interventies nou écht werken.

“Veel Westerse landen denken dat vrede bereikt kan worden door militair ingrijpen. Maar het beëindigden van een conflict betekent niet dat er automatisch vrede is,” licht Afande toe. “Neem Libië. Ondanks militaire interventies is de situatie in het land er niet beter op geworden. Er ontstond totale chaos na het afzetten van Khadafi.

De morele plicht om ‘iets’ te doen

Maar heeft de wereld niet een morele verplichting in te grijpen als er op grote schaal misdaden worden begaan? Afande vindt het een moeilijk vraagstuk. “Moraal is een te complex en flexibel begrip om de keuze voor militair ingrijpen op te baseren. Er is geen universeel geaccepteerde definitie van. En zeker in tijden van oorlog heeft iedereen zijn eigen ideeën over wat moreel gedrag is. Daarbij spelen economische of politieke belangen van landen vaak een grotere rol dan morele overwegingen, als het komt op militaire interventies.

Biedt de internationale term ‘Responsibility to Protect’ uitkomst? Volgens Afande niet. De kerngedachte achter deze term stelt dat elke staat de verantwoordelijkheid draagt om haar bevolking te beschermen tegen de zwaarste vormen van mensenrechtenschendingen. Willen ze deze verantwoordelijkheid niet nemen, of zijn ze daar niet toe in staat, dan komt de verantwoordelijkheid bij de internationale gemeenschap te liggen. “De vraag hierbij blijft nog steeds in welke omstandigheden militaire maatregelen legitiem en aanvaardbaar zijn.”

Landen die ingrijpen zijn vaak zowel de pyromaan als de brandweerman

Vaak worden politieke leiders in landen zoals Nederland wel aangesproken op hun moreel besef, als het gaat om ingrijpen in oorlogen. “Ik begrijp en waardeer het als inwoners van landen zoals Nederland hun politieke leiders oproepen om iets te doen, wanneer er verschrikkelijke misdaden worden begaan. Maar ze worden vaak niet goed geïnformeerd over de complexiteit van het conflict en soms zelfs bewust onwetend gehouden. Mensen die vragen aan hun overheid om in te grijpen, beseffen zich te weinig dat de landen die ingrijpen in veel gevallen zowel de pyromaan als de brandweerman zijn.” Ze blussen de brand, maar wakkeren die ook aan door in te grijpen, aldus Afande.

Maar wat dan wel?

Afande stelt dat de Veiligheidsraad steeds meer haar monopolie op militair ingrijpen kwijtraakt: “De VN Veiligheidsraad is nodig aan hervorming toe, zowel qua samenstelling als verantwoordelijkheden. In toenemende mate wordt de Veiligheidsraad uitgedaagd door coalities van landen en door regionale organisaties. Zij grijpen zelf militair in, ook zonder resolutie. Dit kan de wereld ook gevaarlijker maken,” aldus Afande. “Daarom is het belangrijk dat de Veiligheidsraad de rol van regionale instituten, zoals de Peace and Security Council van de Afrikaanse Unie, en de Economic Community of West Africa, serieuzer neemt en promoot.”

Volgens Afande zijn de regionale instituten beter in staat om in te grijpen in een land in hun regio. Deze instituten snappen beter wat er speelt en hebben meer belang bij stabiliteit. “Het Westen moet begrijpen dat de kolonisatie in het verleden ook een vorm van militair ingrijpen was. Daarom zijn Afrikaanse landen tegen militair ingrijpen van het Westen. Ze zien het als een voortzetting van de kolonisatie.”

Kom luisteren naar Koffi Afande tijdens de Alternatieve Veiligheidsraad over Militair Ingrijpen, donderdag 4 oktober in Theater aan het Spui. 

Ontmoet

Dit blog is mede mogelijk gemaakt door: